23-06-2017 - Mountainbiken, Nieuws

Leesvoer: Tien vragen aan Dokter Geert

Tien vragen aan Dokter Geert: Anatomisch anders


Borsten, piemels, vagina’s, natuurlijk verschillen vrouwen en mannen anatomisch. Maar is het nu echt zo’n groot verschil dat we een ander soort fiets nodig hebben? Of verlangen we iets anders van een rondje fietsen en blijven we steken in de stereotypen ‘machomanfiets’ (alles is een wedstrijd) en ‘mooiemeisjesfiets’ (een uurtje weg op de fiets)? Zijn alle mannen gespierde bonzen van tachtig kilogram en alle vrouwen slanke deernes of missen we iets? We vroegen Dokter Geert om uitleg.

Tekst: Simon Cauwenbergh
Foto’s: Adrian Marcoux

Wie is Dokter Geert? Dokter Geert is huisarts, werkzaam in De Wijk in het mooie zuidwesten van Drenthe. Naast huisarts is hij ook niet onverdienstelijk in het zowel UP als DOWN fietsen met zijn mountainbike. Een man naar ons hart dus.

1. Wat zijn nu eigenlijk écht de anatomische verschillen tussen man en vrouw?

Buiten de gereedschappen om ons voort te planten zijn er maar enkele fysieke verschillen die, gemiddeld gezien, overeind blijven: vrouwen zijn iets kleiner (twaalf centimeter blijkbaar), hebben ook kleinere handen en voeten en hebben iets smallere schouders. Bij de verschillend gevormde geslachtsorganen hoort ook een ander bekken, met zitbeentjes die in het geval van de vrouw iets verder uit elkaar staan. De andere verschillen zitten vooral tussen de oren!

2. Dus een goede vrouw-specifieke mtb heeft niet alleen een ander kleurtje?

Het belang van de juiste kleur van een fiets moet iedereen voor zichzelf bepalen en het lijkt erop dat we ondertussen wel over de roze en babyblauwe mtb-fase heen zijn (voor de tweede keer). Het is wel zo dat dingen als een maatje XS-fiets, dunnere handvaten, een breder zadel en een smaller stuur nuttige toevoegingen zijn aan een mtb voor een vrouwelijke rijder. Vrouwen zijn over het algemeen ook lichter dan mannen van dezelfde lengte en sommige merken spelen daar dan nog op in door een lichter afgestelde vering te monteren in hun vrouwenmodellen.

3. Maar er zijn toch ook mannen met kleine handen en brede heupen?

Inderdaad en er zijn ook grote vrouwen met grote handen, dus de scheiding tussen vrouw en man als biker is zeker niet altijd zinvol.

4. Hebben mannen over het algemeen dan geen betere conditie en zijn ze niet sterker?

Ook hier heb je een echt verschil, fysiek kom je bij je hart en longen uit, die zuurstof tot bij je spieren moeten krijgen. Je hebt natuurlijke hele sterke fitte vrouwen en hele ongetrainde mannen, maar over het algemeen hebben mannen een betere cardiovasculaire conditie, daarmee kan je beter zuurstof rondpompen in je lijf en dus ook harder fietsen. In sporttermen heet dit de ‘VO2max’-limiet.

5. En is er een vrouwspecifieke lichaamsbouw?

Vroeger werd er wel eens gesteld dat vrouwen andere verhoudingen zouden hebben in hun lichaam, met langere benen ten opzichte van de romp, maar daar blijkt niet veel van waar te zijn. Het ideaalbeeld is de vrouw met hele lange benen en een kortere romp, maar dat wil niet zeggen dat ze dat allemaal hebben. Dus die kortere ‘reach’ op een fiets is helemaal niet nodig. Het is gewoon belangrijk om de juiste maat fiets te hebben. Daarom wordt er voor vrouwen tegenwoordig meestal een maat XS toegevoegd, die voor het mannenmodel niet bestaat en een XL voor de mannen, welke voor het vrouwenmodel niet bestaat.

6. Toch zie je dikwijls bij vrouwenmodellen een bovenbuis die lager is uitgewerkt?

Om te beginnen is er geen wezenlijk verschil tussen vrouwen- en mannenbenen, een vrouw van dezelfde lengte als een man heeft eerder meer plaats tussen de benen dan die man. Maar de hoogte van de bovenbuis ten opzichte van de grond bestaat uit twee stukken, de afstand grond-trapas en de lengte van je zitbuis. De eerste verandert niet met de maat van een fiets, maar de tweede wel. Een goede positie op de fiets houdt echter in dat je zadel op de juiste hoogte van je trapas staat. Met andere woorden, hoe kleiner je bent, hoe groter het aandeel van die afstand grond-trapas wordt in je bovenbuishoogte (in fietsjargon: stand-over height). Met name voor kleine maten van een fiets, denk S en XS, is het dan wel zo handig om de bovenbuis gebogen te maken, om contact met je kruis te vermijden.

7. Soms zie je nog kleine verschillen in de geometrie van vrouwen-modellen, zoals een iets langere wielbasis, wat meer voorloop van de vork of een hogere stack. Waar heeft dat dan mee te maken?

Bij veel merken is de geometrie voor vrouwen- en mannenmodellen eigenlijk gewoon hetzelfde, maar je zou kunnen redeneren dat vrouwen een minder agressieve rijstijl dan mannen hanteren en bijgevolg meer gebaat zijn bij stabiliteit en overzicht op de trail, zodat ze niet geschaafd, geblutst en met blauwe plekken het bos uit komen, terwijl mannen vooral zo snel mogelijk willen gaan en niet geven om een litteken meer of minder. Daarmee zou je die kleine verschillen in geometrie kunnen verklaren.

8. Dus vrouwen zijn lichter, nemen minder risico’s en hebben een kleinere VO2max dan mannen van gelijke lengte?

Ja, daar komt het gemiddeld wel op neer. Dus eigenlijk zouden ze prima wegkomen met lichtere onderdelen op de fiets dan mannen, zonder alles meteen stuk te rijden. Maar daar doen de constructeurs vooralsnog niet aan. Dan zou een fietsverkoper je morgen ook nog moet vragen wat je weegt en dat ligt soms wel wat gevoeliger, niet?

9. En als we het cliché van de ‘competitieve man’ erbij pakken?

Mannen maken in hun lichaam meer testosteron aan en dat hormoon ligt aan de basis van veel fysieke verschillen tussen de geslachten (vrouwen doen het met meer oestrogeen). Met meer testosteron in je lijf worden je spieren, hart en longen sterker ontwikkeld en je wordt ook agressiever en competitiever. Niet elk uitje op de mtb onder mannen hoeft daarom een wedstrijd te zijn, maar ‘het rustig aan doen’ heeft meestal toch een andere betekenis op de fiets dan in het echte leven.

10. Zijn alle vrouwen dan beter af met een vrouw-specifieke mtb?

Natuurlijk niet. Met enkele onderdelenwissels is een ‘mannen-mtb’ zo omgevormd tot een ‘vrouwen-mtb’, het belangrijkste is dat je op een fiets rijdt die je past én die bij je rijstijl past. Beide geslachten van het mensenras hebben specimen die competitief of relaxed zijn, die heel fit en sterk zijn of juist niet, die klein, groot, smal, licht, zwaar en ga zo maar door zijn. Maar de weinige aanpassingen die op de vrouw-specifieke mtb’s al zijn gedaan, passen bij de (kleine) anatomische verschillen van een gemiddelde vrouw.


Dit artikel komt uit Up/Down mountainbike magazine #3 2016 bestel ‘m nu op de Soul-Webshop of neem een abonnement en wees altijd op de hoogte van de laatste mtb-trends en routes! Vergeet ons daarnaast ook te volgen op Facebook en Instagram.

 van