25-08-2011 - Mountainbiken, Nieuws

Mountainbike fotografie III

Diafragma, sluitertijden, fullframe sensoren en een veelvoud van technische termen komen vaak terug in artikelen over fotografie. Deze technische achtergrondinformatie is belangrijk maar eigenlijk tegelijkertijd van ondergeschikt belang. Het belangrijkste aspect in de fotografie is nog altijd de maker van de foto. Jij als fotograaf moet keuzes maken. En die keus begint niet bij het ‘juiste’ diafragma, die keus begint bij wat je nu op beeld wilt vastleggen, welk verhaal je wilt vertellen en hoe je dat verhaal gaat vertellen. Fotografie. 

Tekst en foto’s: Irmo Keizer

Foto’s vertellen een verhaal. Ze ondersteunen mogelijk tekst, of staan op zichzelf in een collage. De coverfoto verkoopt het blad. Een productfoto laat duidelijk het daadwerkelijke product zien. Kortom, wees je altijd bewust van het doel van de foto’s. Laten we als voorbeeld eens beginnen bij die coverfoto. De cover van het blad moet de inhoud van je blad goed weergeven en ervoor zorgen dat het in de winkel aanspreekt. Het ene blad neemt hiervoor een recente wedstrijdfoto, close-up, terwijl het andere ervoor zal kiezen om een sfeerfoto te plaatsen. Iedere cover staat op zich. Het moet de sfeer van het blad uitademen. Kortom, iedere coverfoto moet idealiter direct herkenbaar zijn als, in dit geval, een UP/DOWN covershot. Sfeer, gevoel, natuur en een vleugje actie. Prachtige trails.

Deze foto, van Christoph Sauser en Burry Stander, geeft niet goed weer waar het bij UP/DOWN om gaat. Als lezer verwacht je waarschijnlijk over wedstrijden te lezen als je deze foto op de cover ziet staan.

Sfeer, landschap, actie en avontuur. De foto sluit aan bij wat wij willen.

Fotografie voor een verhaal, kortom, journalistieke fotografie, vereist een aparte aanpak. Je foto’s illustreren een verhaal. Om het verhaal duidelijk over te laten komen is een selectie van foto’s noodzakelijk. Actie, sfeer, landschappen, karakteristieke zaken voor dit specifieke onderwerp. Je hebt er niets aan om je reisverhaal te voorzien van alleen maar close-up actiefoto’s. Denk dus na bij wat je moet – en wilt – laten zien. Als voorbeeld grijpen we hier even terug op ons verslag over de Vogezen. We hebben vele bossen doorkruist, maar maakten hier slechts enkele foto’s. De reden is eenvoudig; de trails leken hier veel op de overige. En aan die foto in het bos kan je echt niet zien of hij nu in Frankrijk, of Nederland is genomen. Een landschapsfoto laat direct zien dat je niet in Nederland bent. Bergen, met tussendoor een sappige trail. En in een ondergeschikte rol eventueel een mountainbiker die deze trail aan het rijden is. En nu we het over trails hebben, wat was er nu zo mooi aan die trails? Waren het de rotsen? Laat ze dan terugkomen op de foto. Kies een laag standpunt, waarbij je de rotsen op de voorgrond zet om te benadrukken hoe rotsachtig de trails zijn. Wil je de steilheid benadrukken? Let er dan op dat je een referentiepunt meeneemt in je beeld. Zonder dat punt komt die steilheid niet over op de foto. Een boom in beeld erbij nemen en die steilheid komt al een stuk beter terug.

 

Gebruik details om je verhaal te illustreren.

Om de kijker/lezer verder in het verhaal te ‘zuigen’ kan je detailshots gebruiken. Detailshots kunnen goed gebruikt worden om sfeer weer te geven. Regende het keihard? Laat die kletterende regen eens zien. Geniaal terrasje waar je zo van genoot na je tocht? Ook dat hoort bij die roadtrips. Brakke Franse camping met dito voorzieningen? Laten zien!

Ga je juist op stap om iemand in actie vast te leggen, dan is het belangrijk dat deze persoon er herkenbaar op staat. Heb je de mogelijkheid om meerdere foto’s te gebruiken, dan kan je hiervan afwijken. Als je maar één foto kunt gebruiken, dan zul je de persoon als hoofdonderwerp in beeld moeten nemen. Dicht erop en herkenbaar.

 

Ondersteun je verhaal met foto en illustratie.

Laat de specifieke traileigenschappen duidelijk zien.

Bekijk de omgeving eens goed. Loop eens naar de overkant om je onderwerp te fotograferen. Pak een andere hoek dan dat die twintig andere happy-snappers doen. Gebruik de omgeving. Een dode boom, gras, rotsen, oude verweerde huizen, verbrand bos. En… water. Reflecties bieden enorme creatieve mogelijkheden. Gebruik ze.

Doe moeite om eens een andere hoek te pakken. 

Resultaat van een ongebruikelijke hoek.

Reflecties… de grote vriend van de fotograaf.

We kunnen door blijven gaan met het geven van voorbeelden. Waar het ons om gaat is jou ervan bewust te maken waarom je nu een beeld maakt. Vervolgens ga je kijken hoe je dit kunt doen. Wees creatief in je beeldkeuze, kijk goed om je heen en verlies jezelf niet in je zoekerbeeld. Probeer altijd een verhaallijn in je foto’s terug te laten komen. Een goede keus uit je eigen beeldmateriaal is hierbij erg belangrijk. Laat je vrienden in plaats van die honderd vakantiekiekjes nu eens een stuk of vijftien goed geselecteerde plaatjes zien en je zult zien dat ze niet meer gapend naast je zitten. Less is more!

 van