25-08-2011 - Mountainbiken, Nieuws

Kettingreacties

Overzicht in de jungle die 10-speed heet. Het kan je niet zijn ontgaan: het grote nieuws op de afgelopen fietsenbeurzen was, zowel bij SRAM als Shimano, de introductie van een tiende tandwiel achterop je fiets. SRAM zet daarbij vol in op 2×10, zij zeggen dat de extra overbrenging een derde tandwiel aan de voorkant overbodig maakt. Shimano houdt vol dat 3×10 de oplossing is voor voldoende versnellingsbereik. Wij moeten eerlijk zeggen dat we lichtelijk sceptisch waren over de daadwerkelijk noodzaak van deze ‘innovatie’. Het doet ons toch vooral denken aan de eeuwigdurende oorlog tussen de scheermesjesfabrikanten, waarbij elke twee jaar wéér een mesje werd toegevoegd. Maar nu de spullen ook daadwerkelijk te krijgen zijn en we een beetje hebben kunnen sleutelen aan de vertrouwde schakelsystemen op onze fietsen komen we langzaam tot nieuwe inzichten. Alleen misschien niet helemaal de inzichten die SRAM of Shimano voor ogen hebben!

Tekst: Bas Rotgans
Foto’s: Michiel Rotgans

Laten we namelijk even wat feiten op een rijtje zetten. De nieuwe 10-speed cassettes zijn te krijgen in een paar verdelingen van kransjes. Het bereik van een cassette wordt aangegeven door het aantal tandjes van het grootste en kleinste tandwiel te noemen. De meest interessante cassettes zijn de cassettes met een 36-tands blad als grootste (11-36 bij Shimano, 12-36 bij SRAM). Want door dat grote blad aan de achterkant wordt het opeens nét even dat  stukje makkelijker om te klimmen dan met de oude cassettes die tot 32-tands (en in sommige gevallen tot 34-tands) gaan. Nu hoor ik de  criticasters roepen: “Dat scheelt echt niet zoveel!” En daarin hebben ze gelijk, maar het scheelt net genoeg om aan de voorkant van je aandrijflijn met de kettingbladen te experimenteren.

Tien tandwielen op eenzelfde hoeveelheid ruimte als waar er voorheen negen zaten.

Aan de voorkant gebruikte bijna iedereen een crank met drie kettingbladen. Die hadden traditioneel altijd een 44-32-22t indeling. Echter, in de crosscountry-wedstrijden worden al langer cranks met maar twee kettingbladen toegepast. De vertandingen van de bladen zijn daarbij zo uitgekozen dat ze qua vertandingen tussen gewone bladen vallen. De parcours zijn kort genoeg en de racers voldoende fit om het voordeel bij een steile klim of een lange afdaling teniet te doen. Achter reden de meeste crosscountry-pro’s nog wel met een 9-speed cassette. Dit publieke geheim werd opeens gemeengoed met de introductie van de puur op wedstrijdsport gerichte SRAM XX-groep, die als 2×10 was ingedeeld.

Two by Ten

Maar moet je je hier als ‘gewone’ fietser nu wat van aantrekken? We hebben afgelopen september bij de Eurobike al een paar testfietsen gereden met 2×10. En ondanks dat we al lang mountainbiken en erg gewend zijn aan 3×9 schakelen, voelde een 2×10 opgeruimder. Nu moeten we wel eerlijk zijn en toegeven dat het opgeruimde gevoel waarschijnlijk ook was ontstaan door een 2×9. Je kettingbladen aan de voorkant reduceren – áls de vertandingen goed zijn gekozen – tot eentje waarmee je klimt én eentje waarmee je platte stukken en afdalingen rijdt, gaf lucht. Geen enorme verschillen, maar net een klein beetje meer overzicht en eenvoud in je drivetrain.

Er zitten nog wel wat kleine kinken in de kabel van het 2×10 verhaal. Zoals je in het kader over overbrengingsverhoudingen kan zien is de totale range van een 2×10, waarbij gebruik wordt gemaakt van een 11-36 cassette kleiner dan die van de oude 3×9. Dus je levert in bij de hoge snelheid, bij het klimvermogen of een klein beetje van allebei. Het precieze inzetbereik, en daarmee de geschiktheid voor het terrein dat jij rijdt, kies je eigenlijk door de juiste vertandingen van kettingbladen. 38-24t als je makkelijker wilt klimmen, maar je levert dan wel wat in op hoge snelheden. Waarbij je je moet afvragen hoe vaak je met je ketting helemaal rechts rijdt. En als je superfit bent, of races rijdt of niet zo vaak in échte bergen aan het fietsen bent, kun je overwegen met 40-28t te gaan rijden. Zo heb je meer hoge overbrenging, maar moet je wel harder werken bij een steile helling.

Specialized, een van de fietsenmerken die sterk gelooft in het gedachtegoed 2×10, heeft op al zijn fietsen dan ook een op het inzetbereik afgestemde set van kettingbladen gemonteerd. In onze ervaring is een 36-tands kettingblad als groot blad de ondergrens. Wil je nog kleiner voor, dan mis je echt wat aandrijving bij snellere afdalingen. In dit hele verhaal gaan we trouwens uit van 26’ers. Door de grote wielen bij 29’ers, zul je van alle voorgestelde kettingbladen ongeveer twee tandjes moeten aftrekken om op dezelfde overbrenging te komen. Ook interessant is dat Shimano net de nieuwe XT-groep heeft gepresenteerd met daarin ook 2×10 cranks, naast de reguliere 3×10. Dus er is kennelijk vraag vanuit de markt om fietsen op die manier op te bouwen.

En toen was er 1×10

Aangezien we toch al lekker zaten te schroeven en te rekenen met overbrengingsverhoudingen en met de realisatie dat we in Nederland wonen en de bergen hier niet heel erg groot zijn, schiet het idee opeens nog een stapje verder. Wat zou er gebeuren als je voor nog maar één kettingblad laat zitten? In het tabelletje met overbrengingsverhoudingen valt ons namelijk ineens iets grappigs op. Er zit zoveel overlap in! Een 3×10 Shimano Dynasys heeft een totale range van 1,4 meter tot 7,9 meter. We hebben een enkel 37-tands kettingblad gecombineerd met dezelfde Shimano Dynasys XT-derailleur en -ketting en hadden nog steeds een range van 2,1 meter tot 7,0 meter. Voor je gevoel lever je tweederde van je versnellingen in, maar je verliest maar 32 procent van je overbrenging! Tel daar nog bij op dat je de voorderailleur, twee kettingbladen, een kabeling en de linkershifter kan demonteren en je fiets wordt een prachtig ogende oefening in minimalisme.

37 tandjes voor.

Het stuur is cleaner dan ooit tevoren

Het ziet er een beetje hardcore uit, zo’n gestripte fiets. Maar de scepsis verdwijnt al snel in het opwaaiende stof op de trail. De hardtail waar we deze set-up op hebben gemonteerd, rijdt als de brandweer! Schakelen is extreem overzichtelijk en snel en de enkele keer dat de versnellingen op zijn, dwingen we de fiets met wat meer kracht omhoog. Al snel gaat de fiets op de redactie van hand tot hand en lenen we ‘m links en rechts uit. De meningen van verschillende fietsers zijn unaniem en de rondetijden op verschillende parcours ook: het rijdt heerlijk én het gaat hard. Een en ander doet ons denken aan de singlespeed Kona Unit die we in het vorige nummer reden. Het ontbreken van versnellingen geeft je een heel direct gevoel met de grond. Bijkomend voordeel: de fiets is ongekend stil. Dat komt mede doordat we een XT-derailleur met een kortere kooi hebben gemonteerd. Er komt minder ketting ‘vrij’ bij het doorlopen van de verschillende versnellingen, dankzij het ontbreken van meerdere voorbladen. Hierdoor heeft de derailleur een minder lange ‘arm’ nodig om de vrijgekomen ketting op te houden.

De aandrijflijn bij 1×10.

Via-via horen we dat strandrijders hier al langer achter zijn en al regelmatig zijn gesignaleerd met alleen hun grote blad op het midden van de crank gemonteerd. Heel terecht zal er vanuit die hoek geroepen worden dat dit prima te reproduceren is met een 1×9. En daar hebben ze helemaal gelijk in. Maar wij zijn wel van mening dat de nieuwe 10-speed cassettes, met die grote 36-tands pocket, het rijden met één tandwiel voor opeens een stuk toegankelijker maakt voor fietsers die niet supergetraind zijn of over een vlak strand rijden. De redactiefiets met 1×10 heeft inmiddels een 38-tands kettingblad gekregen, omdat we zagen dat we toch vooral op de kleinste helft van de cassette reden. Zo heeft hij nog wat meer eindsnelheid gekregen. Wij zijn nu benieuwd wat de grenzen zijn van 1×10. Is dit nog in de bergen te rijden met veel langere en steilere beklimmingen? Hoe werkt dit op een full-suspension? Deze zomer gaan we dat uitproberen. Je hoort van ons.

Conclusie

Wat moet je hier als ‘gewone’ mountainbiker nu van meenemen? Is het echt noodzakelijk om naar je plaatselijke fietsenwinkel te rennen om de nieuwste 10-speed groep aan te schaffen voor volledig schakelgeluk? Nee, natuurlijk niet. Maar er zijn wel wat leuke alternatieve manieren ontstaan om je aandrijflijn in te delen, die in de meeste gevallen heerlijk schakelen en wat gewicht besparen. Dus als het op een gegeven moment tijd is om de achterderailleur, ketting en cassette te vervangen, zou je eens kunnen overwegen of een upgrade naar 10-speed een leuke nieuwe impuls voor je fiets is. In tegenstelling tot wat de fabrikanten adviseren, zijn de kettingbladen van je 9-speed prima te gebruiken voor 10-speed set-ups. Denk bij toepassing van een 2×10 aan het afstemmen van de gekozen kettingbladen op het beoogde inzetbereik van je fiets. En wil je echt wat anders en ben je fit genoeg? Dan moet je zeker eens gaan denken over een 1×10 set-up.

 


Wat heb je nodig voor 1×10?

Je kan beginnen met dingen demonteren: shifter, voorderailleur, bekabeling daarvan en de kettingbladen. Door het ontbreken van een voorderailleur, die er ook voor zorgt dat je ketting op het blad blijft liggen, is het wel nodig om een lichte kettinggeleider te monteren. E*thirteen heeft de XCX voor montage op de bottombracket, zadelbuis of DirectMount-pad van je voorderailleur. Verder willen wij je aanraden om een niet-shiftend kettingblad te kopen om ongewenst verlies van je ketting te vermijden. Door de langere tanden op bijvoorbeeld de Guiderings van E*thirteen zal de ketting niet snel afspringen en heb je een directe krachtoverbrenging. Voor een cleanere look kan je een achterderailleur monteren met een kortere kooi, wij hebben – in combinatie met een shifter, ketting en cassette uit de Shimano XT-groep – een XT-achterderailleur met zogenaamde GS-kooi (de regulier langere kooi heet SGS) gebruikt. Als je voor minder geld wilt instappen, is deze set-up ook te maken met de SLX-groep, alleen biedt Shimano daar geen korte achterderailleur voor aan.

 

Overbrengingsverhoudingen

Het aantal meters dat je aflegt bij één volle rotatie van je crank (zie hieronder). Deze berekening geldt alleen voor 26 inch wielen. Wil je dit zelf uit kunnen rekenen check http://sheldonbrown.com/gears.

3×9
44-32-22t kettingbladen en 11-32t cassette

22t 1,4m – 4,1m
32t 2,1m – 6,0m
44t 2,9m – 8,3m

3×10 Shimano
42-33-24t kettingbladen en 11-36t cassette

24t 1,4m – 4,5m
33t 1,9m – 6,2m
42t 2,4m – 7,9m

2×10 SRAM
zoals hij bijvoorbeeld custom op Specialized Camber wordt gemonteerd, 38-24 kettingbladen en 11-36t cassette

24t 1,4m – 4,5m
38t 2,2m – 7,2m

1×10
37t kettingblad en 11-36t cassette

37t 2,1m – 7,0m

 

 van